Dream dream, because the mintyworld is nothing but a dream, just to create and think and hope and dream...

zaterdag 10 november 2012

mijmering

Toen ik jong was, te jong om te beseffen hoe groot de wereld werkelijk was, toen wou ik schrijfster worden.  Met hart en ziel.  Zoals men zeggen zou.
Ik wou een boek met lege bladzijden als mijn canvas aanvaarden en met een pen als penseel kleurrijke, diepgaande taferelen tonen waarin mensen zich konden herkennen en vooral in konden verdrinken.  Ik wou een schuilplaats creeĆ«ren voor de angstigen, een triompf-ode voor de moedigen, een warme haard voor de gemoedigen, een droombeeld voor de romantischen.

Maar bovenal wou ik graven naar de zin van dit alles, naar de diepte die onder de oppervlakte schuilt.
Dus schreef ik, maar raakte nooit ver.
Dus zocht ik tevergeefs.

Hoe kun je schrijven over dingen die je niet kent, bedacht ik me... dus zocht ik ervaring.
En die vond ik ook.

Maar hoe kun je schrijven als je hoofd vol zit met ervaringen waarin je enkel een kluwen van chaos herkent.  Hoe kun je zin in de zinloosheid vinden?
Hoe kun je doen ‘alsof’?

Het is geen mogelijkheid en eenieder die denkt dat dit kan, maakt het zich - volgens mij - enkel wijs of is wijzer dan ik mezelf kan verbeelden.

Nu ik ouder ben, te oud om te beseffen hoe groot de wereld werkelijk is, heb ik mijn beeld veranderd.  Een schrijfster hoeft geen diepgang bloot te leggen, hoeft geen betekenis te bieden aan wat ze schrijft.  Ze hoeft enkel maar te beschrijven en dat is meer dan genoeg.  Betekenis is iets dat aan de kant van de lezer ligt.  Die maakt zichzelf een wereld waarin hij kan schuilen, een wereld waarin hij moedig kan zijn, een wereld waarin hij zich kan koesteren en bovenal een droomwereld die hij als realiteit aanvaarden kan.
Zolang hij leest en soms ook nadien...

Dus na jaren en jaren heb ik mijn misie terug opgenomen.   Niet meer met evenveel geestdrift, maar met evenveel zin voor creatie.
Wat ik wil is veranderd.
Ik wil een glimps geven van mijn verhaal, niet omwille van dat verhaal, maar omwille van wat een ander van mijn woorden maken kan.

In ons hoofd zijn wij gevormd door al die kleine indrukken opgedaan door onvoorspelbare gebeurtenissen en door mensen, en samen vormen wij 1 geheel.  En in al onze verschillen zie ik steeds meer de gelijkenissen.  Het heeft geen zin te spartelen in de waan dat we uniek zijn, als dat wat ons uniek maakt juist datgene is dat bepaald dat we net zijn als iedereen.